Eger

Wijn, baden en een mooie stad

Op 80 km van Bedepuszta ligt Eger, de feitelijke hoofdstad van de Hongaarse Hooglanden. De tocht naar Eger leidt dwars door het groene Mátra gebergte is een ervaring op zich. Eger is een provinciestad met een aantrekkelijk historisch centrum, veel barokke monumenten en een beroemde burcht die midden in de stad boven het hoofdplein uittorent.  De burcht is van grote historische waarde voor de Hongaren omdat de bevolking hier een enorm Turks leger wist tegen te houden. Dat de Turken met een nog groter leger terugkwamen bewijst de minaret naast de burchtheuvel, de meest noordelijke minaret van het Ottomaanse Rijk. De legende gaat dat de Turken dachten dat de Hongaren het bloed van stieren dronken, vandaar dat de meeste beroemde blend in dit wijngebied Bikavér ofwel ‘stierenbloed’ wordt genoemd.

Deze rode wijnblend, bestaat o.a. uit Cabernet Frank, Kadarka en Kékfrankos en is de beroemdste wijn uit deze streek, maar zeker niet de enige die de moeite waard is. Rond en in de stad zijn tal van goede wijnkelders waaronder Bolyki, Thummerer en St. Andrea waar je wijn kan proeven. De populaire wijnkelder vallei “Szépasszony völgy’ is een leuk uitstapje, maar het is niet de beste plek om wijn te drinken/proeven, daarvoor kan je beter naar de betere wijnhuizen rond de stad.

Naast wijn is de streek  ook bekend vanwege de thermaalbaden. Rond de stad zijn meerder warmwaterbronnen met eenvoudige baden zoals in Bogács en Demyény of het luxueuze Egerszalók, een fraai gelegen spa resort met bijzondere zoutafzettingen.

Ook de natuur in dit gebied is heel mooi. De beboste bergen van de Mátra en de Bükk zijn prachtige wandelgebieden waar uitgebreide wandelroutes en mountainbike trails zijn uitgezet.