De Donauknie

Oude stadjes in de Donauknie

Ten noorden van Budapest, in de Donauknie, waar de Donau zich door de bergen kronkelt, liggen een aantal mooie oude stadjes zoals Szentendre, Vác en Visegrad. Als je vroeg vertrekt vanuit Bedepuszta is het mogelijk om alle drie de plaatsjes aan te doen én over binnenwegen de Cserhát te doorkruizen, maar waarschijnlijk is dat te veel van het goede. De snelste route gaat via snelweg M3. Szentendre is dan een dik uur rijden.

Vác

Vanuit Bedepuszta Village Retreat kan je over binnenwegen dwars door het heuvelland van de Cserhát rijden naar het stadje Vác aan de oevers van de Donau. Eet een ijsje, loop over het plein en langs de Donau en steek met de pont de Donau over naar Szentendre.

Szentendre

Het kunstenaarsstadje Szentendre is mooi gelegen op een heuvel aan de Donau. Loop naar de kerk op de top van de berg door kleine straatjes en pleintjes met winkels en ateliers en pak een terrasje bij een kleine café.

Nog altijd wonen er veel kunstenaars in Szentendre en er zijn dan ook veel musea te vinden. Het Ferenczy Museum en de ArtMill, zijn de moeite waard, maar het Skanzen Openluchtmuseum, iets buiten Szentendre, is absoluut een aanrader. Het park biedt een kijkje in hoe de mensen vroeger leefden. Alhoewel dit in Hongarije niet eens zó lang geleden is, komen de middeleeuwen wel erg dichtbij. Bijna alles in en om het huis was gemaakt van natuurlijke materialen; prachtig om te zien, en leerzaam op de koop toe. Een intern treintje verbindt de ‘landstreken’ van het ruim opgezette park, je bent er zeker een paar uur zoet.

Visegrad

Vanuit Szentendre rijdt je dwars door het Pilis gebergte naar het plaatsje Visegrad, beroemd omdat hier historische bondgenootschappen werden gesloten en geliefd vanwege het fenomenale uitzicht over de Donau.

Het kasteel van Visegrad speelt een belangrijke rol in de Europese geschiedenis. Nog altijd staat de naam van het plaatsje voor een samenwerkingsverband tussen de Midden Europese staten Tsjechië, Polen, Slowakije en Hongarije. Sinds de komst van de Turken in 1542, staan er slechts ruïnes overeind van wat ooit een formidabel paleis was van 180.000 vierkante meter met hoge zalen en wijnspuwende fonteinen. Met name het uitzicht over de Donauknie vanaf het kasteel is adembenemend. In de omgeving van het kasteel zijn (matige) restaurants te vinden en een rutschbaan voor kinderen. ’s Zomers staan regelmatig ridderspelen in het kasteel op het programma.